Pinksteren (2014)

De nieuwe kleren van de keizer - dat is een sprookje (1837) van Hans Christian Andersen. Misschien kent u het. Of misschien kunt u het niet:

Er leefde ooit ergens een keizer die erg op z'n uiterlijk, op z'n kleren was. Voortdurend trok hij andere kleren aan. En steeds liet hij nieuwe, mooie kleren maken. Op een dag dienden zich bij hem een paar oplichters aan die hem zeiden: Zulke kleren als wij kunnen maken, kan niemand maken, zó bijzonder, zó fijn zijn die... Maar mensen die niet deugen voor hun ambt of oliedom zijn, alleen zulke mensen kunnen ze niet zien. De koning besloot om hen in te huren. Hij betaalde hen een groot bedrag en zij togen aan het werk. Ze zetten zich aan weefgetouwen en sponnen onzichtbare draden. Tot diep in de nacht waren ze bezig. Na een tijdje stuurde de keizer z'n eerste minister om te gaan kijken. Die zag niets. Maar hij wilde natuurlijk niet de indruk wekken dat hij voor zijn ambt niet deugde of oliedom was en dus deed hij alsof: "Wat een patroon en dan die kleuren!" Zo volgden er nog enkele hotemetoten die al evenzeer roemden over de nieuwe kleren van de keizer als de eerste minister. De grote dag brak aan. Er zou een plechtige optocht gehouden worden en de keizer zoor voor het eerst de nieuwe kleren dragen. De oplichters deden net of ze de keizer in zijn nieuwe kleren uitdosten. De keizer zag niets. Maar hij zei ook niets - bang als wij was om als ongeschikt voor zijn ambt of dom door de mand te vallen. De grote optocht begon. Iedereen, alle toeschouwers, zeiden bewonderend "Oooh" en "Aaah" - wat ziet de keizer er mooi uit... Totdat een kind riep: "Maar hij heeft helemaal niets aan!"

U snapt, dierbare gasten en parochianen, wat de moraal van dat sprookje is: Mensen zijn enorm geneigd om elkaar na te praten. Daardoor kan er een bepaalde onwezen-lijke schijntoestand ontstaan waar iedereen maar zo'n beetje in meegenomen wordt en zich door in de luren laat leggen, maar die door niemand wordt doorbroken, om-dat niemand een spelbreker wil zijn en iedereen bang is om als zodanig eventueel algemene minachting en woede over zich af te roepen. En zo kan zo'n schijntoestand eindeloos lang voortbestaan. Ik heb mij echter afgevraagd, dierbare gasten en paro-chianen: Zou er in verband met die zogenaamde "Heilige Geest" en dit Pinksterfeest niet toch ook iets dergelijks aan de hand kunnen zijn? Die Heilige Geest, bestaat die wel? Is dat niet zoiets als: de nieuwe kleren van de keizer? "Geest", dat is iets zo ongrijpbaars. Wat is de substantie daarvan?

Waar gaat het om? Waar zou het om moeten gaan? Wat kunnen wij wat betreft die Heilige Geest beamen als reëel en geloofwaardig? En waar krijgen we het eventueel moeilijk wat dat betreft? Kijken wij naar de schriftlezingen van deze dag.

Om te beginnen het evangelie: Jezus' leerlingen die zich van en voor de buiten-wereld hebben afgesloten en opgesloten. Maar de vermoorde en verrezen Jezus dringt tot hen door. Ze zien Hem. Ze zien zijn wonden. Hij wenst hen "Vrede!". Ze worden uitzinnig blij. Hij ademt, Hij blaast over hen en zegt "Ontvang de Heilige Geest." Dierbare gasten en parochianen: Is wat ons hier beschreven wordt mogelijk? Of is het suggestie? Heeft men het zichzelf en elkaar wijsgemaakt? Kan een dode tot leven komen? Kun je zo iemand zien? Kun je de gestorven en verrezen Jezus zien? Kun je contact met Hem hebben? Ademt Hij ook over ons? Ontvangen wij diezelfde Heilige Geest?

In de eerste lezing hoorden wij de passage over het Pinksterfeest uit de Handelingen van de Apostelen. Opnieuw is men bijeen. Opeens is er een geweldig geluidseffect, "alsof er een hevige wind opstak". Het huis is er vol van. Vuur wordt zichtbaar. Het verspreidt zich door de ruimte en komt op alle hoofden. "Zij raakten allen vol van Heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun ingaf." En iedereen, mensen uit alle landen, hoort hen spreken in de eigen taal. De babylo-nische spraakverwarring, de taalbarrière die er kan zijn tussen mensen, wordt over-wonnen. En dat gebeurt vanzelf. Men hoeft er niets voor te doen. Opnieuw: zijn zulke spectaculaire effecten zonder menselijke sturing mogelijk? Is zoiets destijds werkelijk gebeurd? En zou zoiets opnieuw kunnen gebeuren?

Tenslotte Paulus in zijn eerste Korinthenbrief. Hij heeft het over allerlei bijzondere kwaliteiten die mensen, die de christenen kunnen hebben, bijvoorbeeld "de gave om ziekten te genezen, de kracht om wonderen te doen (...)  het vermogen om in talen te spreken of de betekenis ervan uit te leggen." Hij schrijft, Paulus, tegen de achter-grond van een christelijke cultuur die heel anders is als de onze. Die van ons is sober en nuchter. En we zijn geneigd te denken: Daar in Korinthe destijds, was het daar geen mallemolen? Maakte men elkaar niet gek? Misschien dat Paulus zich daar ook wel enige zorgen over maakte: Zie al die heftig bevlogen mensen ten opzichte van elkaar maar in bedwang en in evenwicht te houden. Voordat je het weet slaat de vlam ook in de pan. Maar hij duidt, Paulus, al die bijzondere kwaliteiten die zijn ge-loofsgenoten blijken te bezitten wél in positieve zin. Ze zijn heilzaam. En ze zijn allemaal "het werk van één en dezelfde Geest, die aan iedereen zijn gaven uitdeelt zoals Hij het wil." En: "In de kracht van één en dezelfde Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt en doordrenkt van één Geest."  

Nogmaals de vragen: Wat snijdt hout? Wat is echt en waar? En wat is suggestie? Waar beginnen de nieuwe kleren van de keizer?

Graag geef ik mijn antwoorden:

Wat het verleden betreft, daarover kunnen we kort zijn. We zijn er niet bij geweest. Dat er echter echte en heftige ervaringen ten grondslag liggen aan onze bijbel-teksten, dat lijdt voor mij geen twijfel. En degenen die het hebben meegemaakt en hebben opgeschreven, dat waren eerlijke, oprechte mensen met zuivere intenties en dat waren geen charlatans, geen oplichters. Dat geloof ik.

En ik geloof dat Jezus inderdaad leeft. Hij laat van zich horen. We hebben zijn woor-den in de evangeliën. Maar die woorden, Zijn woorden leiden in mij, in ons denk ik, ook een eigen leven. Hij spreekt ook rechtstreeks in je. "Vrede!" is vandaag op dit Pinksterfeest Jezus' belangrijkste woord dat Hij tot ons spreekt. Hij zegt "Vrede!". En als je goed luistert naar dat woord, luistert zoals het uit Jezus' mond tot ons komt; als je goed naar dat woord luistert, dan krijg je die vrede, Zíjn vrede ook. Vrede met en in jezelf, vrede met anderen, vrede onder elkaar, vrede die zich als ervaring in en vanuit ons uit kan breiden, vrede die we als ervaring met elkaar kunnen delen en aan elkaar en aan de wereld kunnen geven. Leven in vrede, volkomen ontspannen, zo ontspan-nen mogelijk, inspanningsloos.       

Behalve dat Jezus van zich laat horen laat Hij zich ook zien. Eindeloos vaak is Hij afgebeeld. En ik heb in mij van Hem een eigen beeld. Zo zie ik Hem. En ik zie Hem in het gebroken brood des altaars. Nergens zie ik Hem beter dan daarin. En als ik Hem in dat gebroken brood zie, dan ga ik Hem hopelijk ook steeds beter zien in alle mensen, zonder onderscheid, mensen die ook allemaal hun gebrokenheid en hun overmogen hebben.      

En ja, Jezus' Geest, de Heilige Geest, die Geest van God Zelf, die Geest is echt. Die Geest is geen illusie, geen suggestie. Weliswaar is die Geest zelf onzichtbaar en ongrijpbaar, maar de effecten ervan kunnen wél heel zichtbaar, heftig en indrukwek-kend zijn. "Ontvang de Heilige Geest. Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden." Zo spreekt Jezus. Het is dus goed als we met elkaar over onze zonden spreken, over onze veronderstelde zondes en over onze werkelijke zondes. Want: wat is zonde? Ik denk: alleen als we er met elkaar over spreken, indien nodig, als Jezus' Geest je dat zegt en ertoe aanzet; alleen als we dat doen, er met elkaar over spreken, alleen dan kan duidelijk worden wat in jouw leven werkelijk zonde is, wat het doet, hoe die zonde uitwerkt. En alleen dan, als je er dus met anderen over spreekt, alleen dan kun je wat dat betreft, op dat vlak, begrip en genezing gaan ervaren en gaan ont-vangen, en alleen dán kun je loskomen van wat werkelijk zonde is, zonde van jouw leven.

Jezus' Geest die zichtbaar, heftig en indrukwekkend is in z'n effecten. Een voorbeeld tot besluit. Afgelopen week ontving ik de aankondiging van de publikatie van een boek getiteld Naar God. Op de cover, het voorblad van dat boek prijkt prominent de Vredeskerk. Dat boek is dan ook geschreven door één van ons, door Roy Peters. Hij vertelt in dat boek[2] het verhaal van zijn bewogen leven. Bijvoorbeeld raakt hij betrokken, in 1991, bij een grote, mislukte schilderijenroof uit het Van Goghmuseum. Tien jaar later, in 2012, wordt hij hier in de Vredeskerk gedoopt en in Heiloo ge-vormd, hetzelfde Heiloo waar gisteren ook weer drie mensen vanuit onze beide parochies datzelfde heilig vormsel ontvingen.

De Geest van God, van Jezus, die ziekten geneest, wonderen doet en nieuwe talen, die van het geloof, doet spreken. Het levensverhaal van Roy Peters laat zien hoe het kan en hoe 't gebeurt. Mogen de levensverhalen van iedereen hier ervan getuigen. Ik wens u, doordrenkt van Gods, van Jezus' Geest, een zalig en gezegend Pinksteren. Amen.