Emmaüs (2011)

We hoorden dat mooie en bijzondere verhaal van de Emmausgangers. Jarenlang heb ik in Nieuwegein de bijzondere zorg gehad voor een Emmauskerk, en een van de vaste bezoekers, Kees Maas, een pater van de Missionaire Leefgroep, daar had er een hobby van gemaakt reproducties te verzamelen van schilderijen over juist dit evangelie. Met het 25-jarig jubileum van de kerk hebben we er een expositie aan gewijd. Eén reproductie kan ik u laten zien, want hij staat ook in een boek. Rembrandt van Rijn heeft vier etsen en drie schilderijen aan dit thema gewijd, en mij spreekt het meeste de ets aan die aansluit bij de regel waar staat: “En hij verdween uit hun gezicht”. Hier ziet u hoe Rembrandt dat gegeven uitgebeeld heeft: er is alleen nog de lichtende uitstraling van de Verrezene. Hijzelf is al niet meer te zien. Kort hierna zal alleen nog een lege stoel zichtbaar zijn.

Ik heb me afgevraagd waarom juist deze ets me raakte. Ik denk dat het hierom is. Misschien herkent u er iets van. Je hebt soms momenten dat je leven heel intens is. Je voelt hoe het leven in je stroomt, je voelt inspiratie, er komt echt iets goeds uit je handen, of je hebt even een moment dat je boven jezelf uitgroeit. Dan geniet je natuurlijk. En pas achteraf besef je: dit was bijzonder, dit is me gegeven, dit had ik niet helemaal zelf in de hand, dit is een cadeautje van de Allerhoogste. Misschien zult u niet zo gauw zo over uzelf praten. Toch denk ik dat het best mag. We zeggen dat God in de hemel woont. Maar de hemel is niet ver weg. Wel ver in die zin dat wij er geen macht over hebben. Daarom wordt de hemel ook voorgesteld als iets boven ons, iets waar wij niet bij kunnen. Maar als je de bijbelse verhalen leest, dan valt op dat God vanuit de hemel, vanuit het eeuwige licht, heel actief aanwezig is in deze wereld, in de geschiedenis van mensen. Er is voortdurend communicatie over en weer tussen het joodse volk en de apostelen enerzijds en God in de hemel anderzijds. En Gods woorden en daden laten sporen na.

Zo kan het ook zijn in ons eigen leven. En het is vaak achteraf dat je beseft: dit gebeurde niet toevallig, dit moest zo zijn, hier had God een bedoeling mee, hier heeft God me iets willen geven, of leren. Een inzicht dat ineens in je opwelt, een gevoel van troost dat je overvalt, de moed die je onverwacht krijgt. Je kunt dat alles leren duiden als een geschenk van God aan jou. Die duiding is niet iets van je verstand. Je kunt jezelf van alles wijsmaken, maar daarmee is het nog niet echt. Zeggen dat je achteraf een spoor van de Eeuwige ziet in je leven, dat kun je alleen maar vanuit je hart, vanuit je diepste zelf, vanuit je ziel.

Wat is nodig om zo naar je eigen leven te kunnen kijken? Voor een antwoord op die vraag kunnen we veel leren van het verhaal van de Emmausgangers. Wat opvalt is dat zij heel openhartig zijn. Zij maken van hun hart geen moordkuil. Zij hebben verschrikkelijke dingen meegemaakt, en ze zijn stomverbaasd dat de vreemdeling die een stukje met hen oploopt van niets zegt te weten. Het feit dat hij open staat voor hun verhaal geeft hen wel de kans om hun hart te luchten. Zij vertellen de feiten van Jezus’ laatste dagen. Maar zij laten ook zien wat zijn lijden en dood met hen gedaan heeft. De leerlingen zijn radeloos. En ze voelen zich ook verward door de vreemde uitspraken van de vrouwen in hun midden. Ze kunnen de vreemdeling alles zeggen wat je op hun hart hebben. Zo is het ook voor ons in onze relatie met God. In de stilte, in ons gebed kunnen we alles bij God kwijt. Hoe eerlijker en opener we ons tonen aan God, des te meer zullen we ook open staan voor Zijn troost en bemoediging, voor de onverwachte inspiratie van Zijn Geest.

In het verhaal zien we dat ook. Als de leerlingen hun verhaal helemaal hebben kunnen doen neemt de vreemdeling het initiatief over. Hij weet dat ze de joodse bijbel kennen. Maar hij ziet dat ze belangrijke teksten niet verbinden met de toestand waarin ze verkeren. De vreemdeling zegt: als je deze teksten leest, besef je dan niet dat ze gaan over het hier en nu? Die teksten maken duidelijk dat het allemaal moest gebeuren. De teksten gaan over de geschiedenis van God met de mensen. En die geschiedenis gaat hier en nu verder, zegt de vreemdeling.

Wat mij betreft zegt Hij het ook tegen ons. Durf naar je leven te kijken als een gebeuren waar God niet buiten staat. Ga op zoek naar sporen van Zijn aanwezigheid. Het is vaak pas achteraf dat je het beseft. Dat je weet: die en die dingen moesten gebeuren. Mooie dingen, maar misschien ook heel afschuwelijke dingen. Ze moesten gebeuren. Want daardoor heb je jouw kracht ontdekt, jouw roeping in het leven misschien zelfs. Door die en die gebeurtenissen heb je in jezelf de kracht ontdekt om te troosten, om lief te hebben, om trouw te blijven. Juist daardoor heb je ontdekt wat moed is, en creativiteit. Zulke momenten zijn als het moment dat Rembrandt probeerde weer te geven op zijn doek. Momenten die je met dankbaarheid vervullen. Je ziet de Eeuwige niet meer, maar je voelt nog de nawerking van zijn licht, van zijn liefde. Het zijn momenten die je leven kunnen veranderen. Momenten die je leven maken tot een leven met God. Zulke momenten wens ik ons allen toe