Kom en volg Mij A (2014)

Wij zijn allemaal christenen.

We zijn gedoopt en dus hebben we de oude, zondige mens afgelegd. We zijn nieuwe mensen geworden, we zijn met Christus verrezen uit de dood en herschapen tot een nieuw bestaan. Het klinkt nogal hoogdravend en zelfs wat arrogant. Maar ik citeer hier letterlijk uit de bijbel, uit het nieuwe testament. Daar staat trouwens nog meer: als kerk zijn wij gist in het deeg, een stad op een berg, licht voor de volkeren en noem maar op. Zo staat het allemaal opgeschreven, maar we fronsen er toch even de wenkbrauwen bij.

Want inderdaad: de realiteit is grondig anders. Wij leven niet zoals van echte volgelingen van Christus verwacht mag worden. We zijn grotendeels 'de oude' gebleven. De zonde en het kwaad zijn niet uit ons weg. En de kerk is echt niet in alle opzichten de ongerepte bruid van Christus. Met andere woorden: er is nog veel werk aan de winkel.

En eigenlijk staat het ook zo in de bijbel, meer bepaald in de lezingen van vandaag. Jesaja heeft het over een volk dat in duisternis wandelt en een groot licht ziet. En Jezus trekt rond met de boodschap dat de tijd van bekering is aangebroken, want het koninkrijk der hemelen is nabij. Het is er dus nog niet.

Jesaja heeft het ook over het land Zebulon en het land Naftali, over het gewest van de heidenen. En ook Jezus komt uit Galilea en ook dat gebied is een beetje verdacht bij de Joden. Galilea heeft een woelige geschiedenis gekend en is vaak bewoond door mensen die niet bij Israël hoorden. Mensen uit Galilea werden beschouwd als heidenen of als vreemdelingen.

En het is ook daar dat Jezus op zoek gaat naar leerlingen, naar medewerkers. Zij zullen door Hem worden gevormd en opgeleid om aan dat rijk der hemelen te bouwen. Zij gaan aan het begin van de kerk staan en dus is voor hen een heel belangrijke taak weggelegd. En – helemaal anders dan wij het nu zouden doen – Jezus gaat niet eerst op zoek naar een profiel. Een profiel dat bepaalt wat voor soort mensen hij zoekt, welke capaciteiten zij moeten hebben. En de leerlingen moeten geen CV of ander getuigschrift voorleggen en ze moeten ook geen proeven afleggen.

Het enige wat ze moeten doen is: ja zeggen en Jezus volgen. Het klinkt heel simpel, maar het is het niet. Ze moeten hun vroeger beroep en hun vroeger leven opgeven, ze moeten alles en iedereen achterlaten.

En … ze doen het. De ontmoeting met die Jezus was blijkbaar heel bijzonder en overtuigend.

Merkwaardig is ook dat Jezus niet op zoek gaat naar hoog opgeleide of geleerde mensen. Zij hebben geen enkel diploma of getuigschrift, ze dragen geen titel, ze staan nergens hoog in aanzien. Het zijn gewone, eenvoudige vissers. Hij vraagt hen hun netten achter te laten, want Hij zal van hen vissers van mensen maken. Het klinkt behoorlijk geheimzinnig, en toch doen ze het.

We kunnen ons afvragen waarom Jezus gewone, eenvoudige vissers uitzoekt. Dat Hij van hen vissers van mensen gaat maken, is waarschijnlijk niet meer dan een woordspeling. Maar er zijn wel een paar andere en meer fundamentele redenen te bedenken.

Jezus kiest zijn medewerkers uit het gewone volk. Hij gaat op zoek naar mensen die met hun beide voeten midden in het leven, midden in de maatschappij staan. Zij krijgen de kans om te groeien in hun rol. Want – anders dan in grote bedrijven in onze maatschappij – in het rijk van God krijgen mensen de tijd om te leren, om te evolueren.

Onmiddellijk resultaat en efficiëntie zijn begrippen die daar geen rol spelen.

Het Rijk Gods vraagt ook geen perfecte mensen. Dat blijkt ook uit wat we later in het evangelie van die leerlingen te weten komen. De ene zal Jezus verloochenen als het moeilijk wordt, anderen gaan ruzie maken over wie nu wel de grootste is. En er is er zelfs één die Hem zal verraden en overleveren aan de vijand, in ruil voor geld.

Perfect hoef je niet te zijn, je moet eigenlijk alleen maar "ja" zeggen. Je hoeft niet geletterd te zijn, je moet zelfs geen bewijs van goed gedrag hebben. Het is niet zo dat je aan een zogenaamd vrome of heilige levenswijze kan merken dat iemand wel door God zal geroepen worden. Iedereen is geroepen.

Straks is er beloftenviering voor onze vormelingen. We kunnen gemakkelijk kritisch en zelfs meewarig doen over die jonge mensen. We kunnen ons afvragen welke band zij hebben met de kerk van vandaag, of zij niet vreemd staan tegenover het vormsel en andere sacramenten.

Of het allemaal veel gaat uithalen. Maar ook zij zijn geroepen, zij zijn mee onze toekomst. En zij verdienen die kans én zij verdienen onze steun.

We denken dit weekend ook aan Pater Damiaan. Aan hem was aanvankelijk ook niet te merken dat hij geroepen was door God. En ook hij bracht mensen en vooral zijn overheden aan het twijfelen. Ook hij moest opboksen tegen de toenmalige autoriteiten, ook hij ondervond veel tegenkanting en andere moeilijkheden. Maar hij zette door en niemand twijfelt nu nog aan zijn verdiensten.

Hij is intussen heilig verklaard en verkozen tot grootste Belg. Maar ook bij hem is het indertijd begonnen toen hij "ja" antwoordde op de uitnodiging: "Kom en volg mij".